Beschrijving
Het is april 1970, tijdens de gloriedagen van het Apollo-ruimtevaartprogramma. De NASA stuurt commandant Jim Lovell en twee andere astronauten op Amerika’s vijfde missie naar de maan.
Vijfenvijftig uur na de lancering, 320.000 kilometer van de aarde verwijderd, gebeurt een ramp: een mysterieuze explosie laat het ruimteschip hevig door elkaar schudden. De zuurstof-, waterstof- en electriciteitssvoorraden beginnen weg te stromen. De cockpit wordt steeds donkerder, de lucht ijler en de instrumenten vallen een voor een uit.
Commandant Lovell bericht de aarde: ‘Houston… we have a problem.’
Als aangeschoten wild slingert de Apollo 13 door de kosmos, omhuld met een dikke, melkachtige wolk van lekkende zuurstof. Terwijl de seconden voorbij tikken gaat Mission Control wanhopig op zoek naar oplossingen om het kreupele ruimteschip en zijn bemanning weer veilig thuis te krijgen.
De astronauten zullen het moederschip onmiddellijk moeten verlaten en verhuizen naar de veel kleinere maanlander. Die is ontworpen om twee man twee dagen in leven te houden – maar er zijn nu drie man aan boord en ze zijn vier dagen van huis verwijderd. Op aarde kijkt inmiddels de hele aarde via de tv ademloos toe hoe de rampvlucht van de Apollo 13 af zal lopen.
Vijfentwintig jaar na de derde bemande maanreis beschrijft commandant Jim Lovell de gruwelijke details van de rampvlucht.
Met 16 pagina’s zwart-witfoto’s