Beschrijving
Hoekje gekreukt
Voorgevoelens zijn bedrieglijk, maar Arthur Gordon Pym, de auteur van dit tragische reisjournaal, had waarachtig geen reden zich daarover te beklagen. Zijn gedroomde ontberingen vormen hoogstens een te zwakke afspiegeling van de ontstellende rampspoed, die zijn deel zou worden.
De ongelukkige kapiteinszoon Augustus Barnard is, zonder het te willen, Gordon Pym’s kwade genius. In de ban van diens wilde verhalen over walvisvaart op de Stille Zuidzee, wenst de jonge Arthur Gordon Pym zich een stormachtig zeemansleven, barstensvol avontuur. Een nachtelijke boottocht met zijn stomdronken boezemvriend en de ontzetting van de ondergang in een plotseling opgestoken orkaan, vormen de onheilspellende ouverture van zijn noodlotssymfonie.
Door Augustus aan boord gesmokkeld van de brik ‘Grampus’, gereed voor de walvisvangst, heeft hij in het benauwde ruim, volkomen uitgeput door zijn eigen ellende, geen weet van de afschuwelijke muiterij bovendeks. Wanneer hij tenslotte, na dagen hongeren, als een geestverschijning de kajuit binnenzweeft, jaagt hij de muiterkapitein de doodsschrik op het lijf. Met het pistool in de vuist, ‘zuivert’ hij het schip.
Door stormen onttakeld, drijft de ‘Grampus’ wekenlang stuurloos rond. Peters en Gordon Pym zijn tenslotte de enigen, die de verschrikkingen van de dodenreis overleven, zelfs als de brik door gulzige haaien omzwermd, bezwijkt in de hevige golfslag.
De ‘Jane Guy’ brengt eindelijk redding. Maar het is slechts een tijdelijk ontwaken, een droomloze opluchting, in een beklemmende nachtmerrie. Op de wonderlijke reis van de Engelse schoener langs onbekende eilanden, steeds verder naar het Zuiden, verkeren Gordon Pym’s verbazingwekkende belevenissen, temidden van een volkomen vreemde wereld, in een huiveringwekkende tragedie. Ademloos geboeid door nooit vermoede mysteries is Gordon Pym nog slechts in staat gedachteloos op te tekenen wat hij ervaart. Onweerstaanbaar lokt zijn verbazing hem mee, verder dan een mens ooit is gegaan. Wanneer hij meent in een broze kano de nevelen tegemoet te drijven van de ijzige Zuidpool, schrijft hij zijn laatste onbeschrijflijk avontuur. Tot nu toe is Edgar Allen Poe de enige, die dat gelezen heeft.